Bedrijfsvoering

In de onderstaande tabel worden enkele gegevens over het gemeentelijk personeelsbestand weergegeven en vervolgens toegelicht.

Formatie  
In 2024 steeg de formatie met 16 fte t.o.v. 2023. De groei in formatie in 2024 werd met name veroorzaakt door de oprichting van de nieuwe ICT afdeling en uitbreiding van de uitvoeringsafdeling voor het sociaal domein (Werk, Inkomen, Jeugd en Zorg). Bij deze uitvoeringsafdeling zijn er diverse redenen voor de groei, maar dit is altijd binnen de beschikbare middelen gebleven.

Tussen de begrotingen van 2025 en 2026 is een toename van 21 fte zichtbaar. Dit komt met name doordat middelen die gebruikt werden voor externe inzet (via inhuur of diensten inkopen) omgezet zijn naar formatieplaatsen waarop mensen in vaste dienst kunnen worden aangenomen. Deze groei doet zich vooral voor bij de afdelingen Stadsbeheer, ICT en Werk, Inkomen, Jeugd en Zorg (WIJZ). Binnen WIJZ gaat het met name om het team Jeugd en Leerplicht. De formatie fluctueert hier doordat tijdelijke taken worden omgezet in tijdelijke formatie. Hier staan altijd financiële middelen tegenover. Per 1 september 2025 is de formatie van Stadsbeheer uitgebreid met 8 fte. Deze uitbreiding is nodig om zowel de huidige als toekomstige werkzaamheden goed te kunnen uitvoeren en de druk op bestaande teams te verlagen. Daarmee wordt het risico op overbelasting en uitval beperkt. De extra formatie wordt bekostigd uit bestaande middelen, onder meer door minder externe inhuur en ingekochte diensten. Binnen de afdeling ICT zijn 4 fte toegevoegd voor Nis2Bio en een applicatiemanager.

Bezetting 
De bezetting groeide in 2024 met 53 fte (54 medewerkers). Daarmee werd de onderbezetting uit 2023 opgeheven en ontstond een overbezetting van 4 fte (gedekt vanuit programma’s). De uitvoeringsafdeling en de beleidsafdeling zijn het meest gegroeid in bezetting. Bij de beleidsafdeling zijn vooral vacatures vervuld en een deel van de bezetting wordt gefinancierd uit programma’s. 

Verschil formatie en bezetting 
Hoewel formatie en bezetting in 2024 in de cijfers gelijk lijken, is er feitelijk sprake van onderbezetting. Dit komt doordat 18 fte medewerkers op programma’s werkzaam zijn, terwijl daar formeel geen formatie tegenover staat. Omdat deze programma’s niet als aparte organisatorische eenheid zijn ingericht in het personeelssysteem, worden deze medewerkers administratief ondergebracht bij afdelingen. Daardoor lijkt de bezetting hoger dan de structurele inzet. 

De bezetting per 1.000 inwoners neemt jaarlijks toe, zowel bij de gemeente LV als in de benchmark. Waar de gemeente LV in 2022 nog 0,1 onder de benchmark zat, lag dit in 2023 0,1 en in 2024 0,2 daarboven. De groei bij de gemeente LV verloopt dus sneller. Vergelijkingen blijven echter indicatief. Verschillen in organisatievorm en mate van uitbesteding beïnvloeden het beeld. Het geeft dus een eerste beeld maar hier kunnen niet direct conclusies aan verbonden worden. 

Ziekteverzuim
In 2023 waren de meeste effecten van de crises achter de rug en daalde het verzuim van 7% naar 5,4%. Leidinggevenden ondersteund door HR hebben hierbij gericht acties ingezet. In 2024 is volgens de richtlijn van het AenO-fonds voor het eerst gewerkt met een streefcijfer: 5,8% verzuim en meldingsfrequentie 0,9. Het gerealiseerde verzuim lag daar iets boven met 5,9%, de meldingsfrequentie er net onder met 0,88. De stijging komt doordat medewerkers gemiddeld langer ziek waren, terwijl het aantal ziekmeldingen afnam. Psychisch verzuim nam toe, medisch verzuim af. Dit volgt de landelijke trend. De benchmarkcijfers van het A&O-fonds 2024 waren 6,2% en 0,92. De gemeente LV bleef hieronder. In 2025 blijft het verzuim met 5,5% halverwege het jaar laag.

Inhuur
Het aandeel inhuur wordt berekend ten opzichte van de totale personeelskosten. Dit omvat zowel inhuur op regulier werk als inhuur op tijdelijke projecten of tijdelijk werk. In 2023 was dit 23%, in 2024 22%. In 2024 is nieuw inhuurbeleid vastgesteld met als uitgangspunten bewust inhuren en aantrekkelijk werkgeverschap. Voor 2025 en 2026 geldt een streefmaximum van 20%.

Opleidingskosten
Het verschil tussen begroot en besteed opleidingsbudget is de afgelopen jaren kleiner geworden. In 2023 werd 90% van het budget benut. In 2024 is 2% meer besteed dan begroot o.a. doordat €180.000 is doorgeschoven naar MRO voor begeleiding van nieuwe medewerkers (actieplan capaciteits- en vacaturemanagement).
Daarnaast zien we dat er vanuit wetgeving steeds meer verplichte scholing wordt opgelegd (bijv. Wet NIS/BIO). Ook leidt de krappe arbeidsmarkt tot het aannemen van meer junioren, waardoor op afdelingsniveau hogere budgetten noodzakelijk zijn. De tendens dat afdelingen hun budget overschrijden, zoals zichtbaar in 2024 en lopend 2025, zal zich hierdoor voortzetten. Met het oog op de toekomstige ontwikkelingen en de vernieuwde organisatiestructuur is het waarschijnlijk dat het achterblijven van centraal budget in 2025 in 2026 wordt ingehaald. Vanuit dit oogpunt wordt in 2026 een overschrijding verwacht op zowel afdelings- als centraal niveau. Om dit te voorkomen wordt het budget daarom verhoogd naar 2% van de loonsom.

Aantal opengestelde vacatures per jaar
Het aantal opengestelde vacatures is de laatste jaren stabiel, met een lichte daling in 2024. De meeste vacatures worden vervuld. Wel is sprake van structurele krapte bij ICT, financiën en het ruimtelijk domein, waarvoor maatwerkstrategieën worden toegepast.