De bestuurlijke ambities voor inwonerparticipatie zijn onder meer opgenomen in de Participatieverordening 2023 van Leidschendam-Voorburg, met de volgende kernpunten:
- Inwonerparticipatie is van belang bij de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van beleid, projecten en/of programma’s. Onder inwoners worden ook verstaan bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere belanghebbenden.
- De gemeente wil ook gebruik kunnen maken van de ervaringskennis en inzichten van inwoners of experts bij de ontwikkeling van beleid of projecten.
- De gemeente kiest zo veel mogelijk voor inwonersparticipatie, tenzij de omstandigheden van het geval een legitieme onderbouwing geven om geen inwonersparticipatie toe te passen.
- De gemeente wil duidelijkheid bieden aan de samenleving over het niveau van participatie. De volgende niveaus worden onderscheiden: raadplegen, adviseren, coproduceren of meebeslissen of een combinatie hiervan.

Onder raadplegen, adviseren, coproduceren en meebeslissen verstaan we het volgende voor het Experimenteerprogramma inwonerparticipatie 2024-2027:
- Raadplegen - Bij raadplegen verzamelt de gemeente ideeën, meningen en voorkeuren van belanghebbenden bij een project/traject. Vervolgens besluit de gemeente hoe het traject verder vorm krijgt. Het kan dus zijn dat de gemeente anders besluit dan de voorkeur van de betrokkenen die geraadpleegd zijn. De rol van de gemeente op dit niveau is beslissend.
- Adviseren - Belanghebbende(n) adviseert op een vraagstuk in de gemeente. De gemeente bepaalt de kaders. Als er van het advies wordt afgeweken, wordt dit goed gemotiveerd. De rol van de gemeente op dit niveau is beslissend.
- Coproduceren - De gemeente werkt samen met de belanghebbenden aan een plan-ontwikkeling of aan een aanpak. Vooraf kunnen kaders zijn gesteld. Omdat er sprake is van coproductie, gaat de gemeente mee met de uitkomst van het plan of traject, mits dit aan de vooraf gestelde kaders voldoet. De rol van de gemeente op dit niveau is samenwerkend.
- Meebeslissen - Bij meebeslissen laat de gemeente de keuze van een oplossing over aan de belanghebbenden. Ook bij meebeslissen kunnen kaders vastgesteld zijn waarbinnen de beslissing genomen moet worden. De rol van de gemeente op dit niveau is faciliterend.
In 2026 worden de uitkomsten van de evaluatie van de Participatieverordening, uitgevoerd in 2025, in de verordening verwerkt voor zover deze hebben geleid tot benodigde aanpassingen.
Om de ontwikkeling van inwonerparticipatie te bevorderen, experimenteert de gemeente periodiek met nieuwe vormen van inwonerparticipatie’, zo staat in de Participatieverordening 2023. Het college stelt tweejaarlijks een experimenteerprogramma vast met drie elementen:
- een keuze van de te beproeven nieuwe vormen van participatie,
- de uitvoeringscondities in de sfeer van middelen, capaciteit en bekwaamheid, en
- de toetsingscriteria voor de evaluatie na het experiment.
Experimenteerprogramma inwonerparticipatie 2024-2027
Periodiek wordt er een Experimenteerprogramma vastgesteld. De projecten die deel uitmaken van het Experimenteerprogramma inwonerparticipatie 2024-2027 zijn:
- The Mall – parkeerregulering
- Sterk voor Noord – Tuinkamer
- Jongerenparticipatie – Jongerenforum
- Voorburg Noord-noord
- Wijkveiligheidsscans Gebiedsgerichte aanpak
- Initiatieven uit de samenleving/Uitdaagrecht
Onderstaand wordt per experiment aangegeven waar de gemeente in 2026 aan werkt binnen het Experimenteerprogramma.
The Mall – parkeerregulering
Onderzoek parkeerregulering door het houden van een ’Participatieve Waarde Evaluatie’ (PWE) onder ruim 5.000 inwoners.
Sterk voor Noord – Tuinkamer
Sterk voor Noord wil activiteiten voor de wijk die door inwoners zélf worden georganiseerd via een ‘Tuinkamer’ faciliteren.
Jongerenparticipatie
Als vervolg op de bijeenkomsten van ‘Jong in LV’ worden jongeren met projectdagen via scholen betrokken om mee te denken wat er bij hen voor maatschappelijke vraagstukken leven. De uitkomsten van de projectdagen met jongeren worden gebruikt om te kijken hoe jongerenparticipatie verder vorm kan krijgen bij de gemeente.
Voorburg Noord-noord
Het gebied Voorburg Noord-noord ligt tussen de Laan van Nieuw Oost Indië, Van Alphenstraat en de Koningin Wilhelminalaan. In het gebied moet de riolering worden vervangen en dit is opgenomen in het uitvoeringsprogramma rioleringsprojecten (UPR) van Stadsbeheer. Voor dit gebied is buurtvisie gemaakt. Bewoners en ondernemers zijn van het begin af aan betrokken. Dat gebeurt in Voorburg Noord-noord via straatgesprekken, bijeenkomsten en straatexperimenten waar de inwoners bij worden betrokken.
Wijkveiligheidsscans Gebiedsgerichte aanpak
Een ‘living lab’ door de wijkveiligheidsscans (in een aantal straten) in coproductie met inwoners en anderen te gaan uitwerken en uit te voeren en daarmee na te gaan of deze coproductie tot andere/betere resultaten leidt.
Initiatieven uit de samenleving / Uitdaagrecht
Inwoners en maatschappelijke organisaties willen graag zelf invulling geven aan hun leefomgeving. De gemeente staat hiervoor open mits dit past binnen bepaalde ‘spelregels’. In het kader van het Experimenteerprogramma kijken we naar:
- toepassing van het instrument ’uitdaagrecht’ dat is opgenomen in de participatieverordening
- andere (kleine) initiatieven in de openbare ruimte
Wij onderzoeken ook met andere gemeenten hoe dit verder vorm kan krijgen om de spelregels verder te specificeren en initiatieven te omarmen. Uitkomsten van dit onderzoek worden in 2026 meegenomen.
Het Experimenteerprogramma wordt op 2 momenten geëvalueerd. De tussenevaluatie van de experimenten vindt plaats eind 2025 en de eindevaluatie eind 2026. Alle experimenten worden via dezelfde methode geëvalueerd waardoor uit de evaluaties een lijn kan worden gehaald over welke participatie-vormen goed werken en welke mogelijk ook minder goed bleken te passen bij het participatie-traject voor het specifieke project of het nieuw opgestelde beleid.
De tussenevaluatie van het Experimenteerprogramma loopt parallel met de evaluatie van de participatieverordening 2025. Zo vindt er een wisselwerking plaats en kan waar relevant de uitkomsten van de tussenevaluatie Experimenteerprogramma ook worden meegenomen in de evaluatie (en eventuele bijstelling) van de participatieverordening.
