Doel 1: Kinderen starten met een goede uitgangspositie aan het basisonderwijs Activiteiten: - Verhogen van het bereik op de voorschool door het uitbreiden van het aantal locaties.
- Verbeteren van het verwijzings- en toeleidingsproces binnen de jeugdgezondheidszorg, zodat de voorschoolse educatie wordt benutten voor de peuters die het nodig hebben is.
- Verbeteren van de doorgaande lijn tussen kinderopvang en primair onderwijs.
- Doorontwikkelen van vormen van ‘passende kinderopvang’.
Toelichting: Als gemeente zijn we verantwoordelijk voor voldoende aanbod Voorschoolse Educatie (VE) zodat kinderen goed kunnen starten aan het basisonderwijs. Dit wordt gedekt vanuit onderwijsachterstandsmiddelen die de gemeente ontvangt van het Rijk. In 2024 is de peutermonitor geïmplementeerd. Dit is een informatievoorziening waarmee de gemeente en VE-partners zicht krijgen op het bereik van de doelgroeppeuters. Hieruit komt een bereik van 57%. In 2026 werken we aan het verhogen van het bereik op de VE. Dit doen we door o.a. nieuwe VE-locaties te openen in de wijken waarin het bereik achterblijft. De gemeente is wettelijk verantwoordelijk voor het indiceren, verwijzen en toeleiden van peuters voor de VE. Die taak is belegd bij de Jeugdgezondheidszorg (JGZ). Om het bereik voor de VE te verhogen worden in 2026 de procesafspraken tussen de gemeente en JGZ verder verbeterd. Met basisscholen waar een VE-locatie is aangesloten, worden jaarlijks afspraken gemaakt over de overgang van VE-peuters naar het basisonderwijs. Hierbij worden jaarlijks speerpunten en de voortgang daarop gedeeld met de gemeente. In de eerste helft van 2026 worden de twee groepen passende kinderopvang geëvalueerd. Op deze groepen wordt extra jeugdhulp aangeboden zodat kinderen die extra ondersteuningsbehoefte hebben op de VE-groep kunnen blijven. Indicatoren en streefwaarden: - Indicator 1: bereik op de voorschoolse educatie onder doelgroepkinderen, als bijdrage aan gelijke ontwikkelkansen.
Streefwaarde 1: jaarlijks procentuele toename van het aantal peuters dat deelneemt aan de voorschoolse educatie, ter bevordering van hun ontwikkelkansen. Streefwaarde 2: jaarlijks dalende lijn in voortijdige uitval van peuters op de voorschoolse educatie. Doel 2: Kinderen krijgen passende en inclusieve ondersteuning in onderwijs en kinderopvang, dichtbij huis en zoveel mogelijk in een reguliere setting. Activiteiten: - Evaluatie van de bestaande onderwijs-jeugdarrangementen (OJA's) die jeugdhulp en onderwijs met elkaar verbinden.
- Evaluatie van de lopende pilot startklassen.
- Afbouwen van individuele jeugdhulp in het onderwijs.
- Een meer preventiegerichte invulling van leerplicht om vorm te geven aan het leerrecht.
- Voorbereiding en start van de pilot inclusieve kinderopvang (Vlietkinderen).
Toelichting: Met de beweging naar inclusief onderwijs wordt gewerkt aan gelijke kansen voor alle kinderen en jongeren. Daarmee worden uitdagingen aangepakt zoals de groeiende wachtlijsten, het aantal thuiszittende jongeren en de problemen rondom leerlingenvervoer. In 2026 zet de gemeente stappen richting inclusief onderwijs 2035. Dit doet onze gemeente niet alleen. Binnen de H3-regio (Den Haag, Rijswijk, onze gemeente en de twee samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs) is een ambitie agenda opgesteld voor 2025-2029. Tevens zijn in het Actieplan Jeugd interventies opgenomen die bijdragen aan inclusiever onderwijs. Onze gemeente financiert Onderwijs Jeugdhulp Arrangementen (OJA's) in het schooljaar 2025–2026 via de gemeente Den Haag. Er is besluitvorming nodig waarin wij als gemeente een eigen standpunt innemen over hoe we OJA’s duurzaam vormgeven en vanuit welke samenwerking. Daarbij is het van belang te beoordelen of deze vorm van collectieve jeugdhulp bijdraagt aan het doel van inclusiever onderwijs. De pilot startklassen richt zich op kinderen voor wie nog niet duidelijk is welke ondersteuning zij nodig hebben. Deze klassen zijn bedoeld om schoolaanwezigheid te bevorderen en tijdig passende ondersteuning in te zetten. De LEA-doelstelling is om kinderen vanaf vier jaar te laten instromen in het reguliere onderwijs. In de praktijk zien we dat sommige kinderen uitvallen in de reguliere kinderopvang en voorschoolse educatie. De pilot inclusieve kinderopvang bij de lokale kinderopvangorganisatie Vlietkinderen biedt deze kinderen een plek met extra ondersteuning in de groep. Binnen deze pilot worden twee groepen opgestart. De gemeente volgt de voortgang en voert hierover gesprekken met betrokken partijen. Daarnaast maakt de gemeente met scholen afspraken over hoe leerplicht preventiever kan worden ingezet, om vroegtijdige uitval te voorkomen. Zowel op regionaal als lokaal niveau zetten we in op een beweging richting meer collectieve inzet van zorg op school, zodat ondersteuning laagdrempelig en breed beschikbaar is. Indicatoren en streefwaarden: - Indicator 1: aantal aanvragen voor individuele jeugdhulp op school, als gevolg van versterkte basiszorg.
Streefwaarde: In 2030 is jeugdhulp gehalveerd. Middels de uitvoering van actieplan jeugd bepalen we jaar tot jaar het ambitieniveau. - Indicator 2: Mate van contact tussen leerplicht en leerlingen//ouders met als doel het voorkomen van schoolverzuim.
Streefwaarde: Doorlopende toename in vroegtijdig contact tussen leerplicht en leerlingen/ouders om schoolverzuim te voorkomen. |