Doel 1: Versterken van inwonerparticipatie Activiteiten: - Uitvoeren van het Experimenteerprogramma Participatie 2024-2026:
- Toepassen van verschillende nieuwe vormen van participatie, zoals het uitdaagrecht. - Bepalen van randvoorwaarden die nodig zijn voor uitvoeren van nieuwe vormen van participatie (denk aan middelen, capaciteit, bekwaamheid). - Vaststellen van toetsingscriteria voor evaluatie. - We evalueren de trajecten die we in 2025 gestart zijn. Aan de hand van de uitkomsten bepalen we of we activiteiten door laten gaan, aanvullen of af laten vloeien. Dit leggen we vast in een eindevaluatie.
Toelichting: Inwonersparticipatie is essentieel voor een leefbare en verbonden gemeente. Met het Experimenteerprogramma Participatie zoeken we naar nieuwe manieren om inwoners en jongeren te betrekken bij beleidsvorming en uitvoering. Traditionele inspraak schiet vaak tekort; daarom proberen we vernieuwende vormen zoals het uitdaagrecht en bijeenkomsten voor jongeren. Zo willen we niet alleen de bekende gezichten bereiken, maar juist ook groepen die minder gehoord worden. Met het creëren van heldere verwachtingen en een proactieve houding zorgen we dat iedereen kan meedoen en teleurstellingen worden voorkomen. Door deze actieve en inclusieve aanpak benutten we de kracht en creativiteit van de lokale gemeenschap om betere beslissingen te nemen. Indicatoren en streefwaarden: - Indicator 1: De evaluatie en het implementatieplan voor het versterken van inwonerparticipatie.
Streefwaarde: In 2026 is de evaluatie afgerond en het implementatieplan uitgewerkt. - Indicator 2: De evaluatie van de participatieverordening, inclusief beoordeling van het huidige ambitieniveau.
Streefwaarde: Het ambitieniveau is geëvalueerd en voor de komende jaren uitgewerkt in een implementatieplan. Doel 2: Sterke positionering in regionale en landelijke samenwerking Activiteiten: - Actief bijdragen aan ambtelijke en bestuurlijke samenwerking binnen de regio.
- Proactief positioneren binnen regionale en landelijke besluitvorming.
- Meewerken aan en monitoren van regionale gebiedsgerichte projecten.
Toelichting: Door het versterken van de bestuurlijke en ambtelijke samenwerking vergroot Leidschendam-Voorburg haar strategische positie binnen regionale, provinciale en landsdelige besluitvorming. Leidschendam-Voorburg werkt intensief samen met buurgemeenten, het Rijk en regionale partners om maatschappelijke opgaven op het gebied van wonen, mobiliteit, duurzaamheid en economie aan te pakken. Mede als initiatiefnemer van de ruimtelijke samenwerking in de Haagse regio heeft Leidschendam-Voorburg hierin een actieve en prominente rol. De gemeente is actief in diverse samenwerkingsverbanden zoals Rijk-regio traject NOVEX Zuidelijke Randstad, de Samenwerking Ruimte in de Haagse Regio en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH). Daarnaast neemt Leidschendam-Voorburg deel aan sectorale tafels zoals Tafel Wonen Haaglanden, Businesspark Haaglanden, de Regionale Energie Strategie (RES) Rotterdam-Den Haag, de landschapstafel Duin-Horst-Weide en werkt zij aan gebiedsgebonden vraagstukken waaronder zoals Drinkwater Toekomst (Dunea), Afval Binckhorst (samen met Den Haag, Delft en Rijswijk) en het Vlietzone-overleg. Ook participeert de gemeente in gemeenschappelijke regelingen zoals MRDH, Avalex, en Omgevingsdienst Haaglanden, Jeugdhulp, GGD/Veilig thuis, Veiligheidsregio Haaglanden. Leidschendam-Voorburg is als middelgrote gemeente een relevante speler in landelijke verbanden zoals met name de M50 en de VNG. Deze positie draagt bij aan de intergemeentelijke samenwerking in het algemeen en voegt ook kwaliteit toe aan onze gemeente. Hiermee behartigen we direct en indirect ons eigen gemeentelijke belang. Indicatoren en streefwaarden: - Indicator 1: Aantal relevante regionale samenwerkingsverbanden (incl. Rijk-regio en provinciale trajecten) waarin Leidschendam-Voorburg actief participeert is dekkend over de onderwerpen die regionaal voor ons van belang zijn.
Streefwaarde: Op al deze samenwerkingsverbanden koppelen we jaarlijks terug wat de resultaten zijn van de samenwerking op inhoud en positionering. - Indicator 2: Aantal gebiedsgerichte projecten waarin Leidschendam-Voorburg haar belang borgt.
Streefwaarde: Op al deze gebiedsgerichte projecten koppelen we jaarlijks terug wat de resultaten zijn. - Indicator 3: Aantal relevante landelijke samenwerkingsverbanden, met name M50 en VNG, waarin Leidschendam-Voorburg een actieve rol bekleedt.
Streefwaarde: Op al deze samenwerkingsverbanden koppelen we jaarlijks terug wat de resultaten zijn van de samenwerking op inhoud en positionering. |