Paragrafen

Financiering

Voor de bepaling van de financieringspositie zijn de financieringsbehoefte (geïnvesteerd vermogen in de huidige en nieuwe vaste activa) en de financieringsmiddelen (opgenomen langlopende leningen, reserves en voorzieningen) van belang. Het verloop van de financieringspositie over de jaren 2026 tot en met 2030 is opgenomen in onderstaande tabel.

Financieringspositie per 31-12

2025

2026

2027

2028

2029

Financieringsbehoefte

Materiele en immateriële activa

271.224

297.082

330.201

345.910

361.293

Financiële vaste activa

18.938

18.766

18.594

18.422

18.250

Grondexploitaties

34.202

19.453

1.050

4.579

-2.095

Overige vlottende activa

32.500

32.500

32.500

32.500

32.500

Totaal financieringsbehoefte (1)

356.864

367.801

382.345

401.411

409.948

Financieringsmiddelen

Reserves

217.869

213.326

203.793

199.732

195.933

Voorzieningen

18.302

16.424

15.294

13.526

11.432

Opgenomen langlopende leningen

55.949

73.400

98.296

123.136

137.919

Vlottende passiva

57.250

50.000

50.000

50.000

50.000

Totaal financieringsmiddelen (2)

349.370

353.150

367.383

386.394

395.284

Financieringssaldo (2-1)

-7.494

-14.651

-14.962

-15.017

-14.664

Bedragen x € 1.000 

Voor de bepaling van de financieringsbehoefte is onder andere uitgegaan van de boekwaarden en de voorgenomen investeringen zoals opgenomen in het meerjareninvesteringsplan 2026-2029 waarbij rekening is gehouden met de kasgeldlimiet voor het aantrekken van kort lopende geldleningen.

Ontwikkeling portefeuille langlopende leningen

In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de portefeuille aan langlopende leningen weergegeven.

Portefeuille langlopende geldleningen

2025

2026

2027

2028

2029

Beginstand per 1 januari

60.944

55.949

73.400

98.296

123.136

Nieuwe geldleningen

0

22.500

30.000

30.000

20.000

Reguliere aflossingen

4.995

5.049

5.104

5.160

5.217

Vervroegde aflossingen

0

0

0

0

0

Eindstand per 31 december

55.949

73.400

98.296

123.136

137.919

Bedragen x € 1.000

Doordat de komende jaren een aantal grote investeringen zullen worden gedaan in onder andere verduurzaming, de bouw van scholen en bereikbaarheid zullen er op termijn extra financieringsmiddelen moeten worden aangetrokken. Sinds begin 2025 zijn de rentetarieven op de kapitaalmarkt gestegen en vervolgens op een hoger niveau gestabiliseerd. Deze ontwikkeling volgt op een periode van dalende rentes. De stijging van de rentes laat zien dat lenen de afgelopen periode aanzienlijk duurder is geworden. De effecten hiervan zijn in de begroting verwerkt. Voor het opnemen van nieuwe langlopende geldleningen is rekening gehouden met de actuele rente op de geldmarkt van langlopende geldleningen van 10 jaar. Deze rente wordt in 2026 geraamd op 3,5%.

Deze pagina is gebouwd op 10/14/2025 15:00:18 met de export van 10/14/2025 14:52:40